Pluimveehouders aan de slag met managementmaatregelen in het Regio Food Valley bedrijvenmeetnetwerk

Het afgelopen jaar zijn verschillende veehouders uit de kalver-, varkens- en pluimveesector gestart met meten van emissies in de stal én het leren verbeteren van hun eigen bedrijfsmanagement voor het verlagen van de ammoniakemissie. Dit bedrijvenmeetnetwerk is onderdeel van het Meetnetwerk Luchtkwaliteit Foodvalley waar luchtkwaliteit in de hele regio Foodvalley op verschillende locaties wordt gemeten. 

In het bedrijvenmeetnetwerk wordt op 20 bedrijven in de stal gemeten met sensoren. Er vindt continue meting plaats van CO2 concentratie, NH3 concentratie, temperatuur en relatieve luchtvochtigheid. Tijdens het eerste meetjaar draaien de deelnemers hun bedrijfsvoering zoals normaal en houden in een logboek bijzondere activiteiten bij. In het tweede jaar kiezen de veehouders een bij hun passende managementmaatregel uit waarbij wordt verwacht de luchtkwaliteit en emissies te verbeteren.

Op 11 december kwamen de vier deelnemende pluimveehouders naar Barneveld om de resultaten van het eerste meetjaar te ontvangen. Anne- Jo Smits, manager van het Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij, heette de pluimveehouders en de onderzoekers Kees Lokhorst en Marien Korevaar van de Wageningen Livestock Research welkom.

Metingen van het eerste jaar

Marien Korevaar heeft een presentatie voorbereid met de meetresultaten van het eerste jaar in de stallen van de vier pluimveehouders. Bijna alle deelnemende bedrijven liggen in de Gelderse Vallei. Vanwege de vogelgriep konden de pluimveehouders pas later beginnen en het is daarom ook niet meer gelukt om tijdig 8 bedrijven te vinden voor het project. Dat is wel jammer maar toch zijn de resultaten van deze vier bedrijven interessant genoeg om te kunnen delen.

Marien heeft toegelicht hoe de metingen uitgevoerd zijn en welke controles en berekeningen er uitgevoerd zijn om de sensor en diergegevens te combineren en de ammoniak emissie uit te rekenen.  In principe heb je een concentratie en een debiet nodig om dat te kunnen berekenen. Marien heeft de metingen van de vier verschillende stallen bij elkaar in grafieken gezet. Tussen de vier stallen zit best veel verschil als het gaat om het roosteroppervlak, beluchting van mestbanden, afdraaien mestbanden. Daarnaast zitten in 1 stal ouderdieren, en in de andere 3 stallen leghennen.

Marien heeft voor alle stallen geanalyseerd wat het effect op de ammoniak emissie is als het gaat om de buitentemperatuur en het afdraaien van mestbanden. Bij hogere temperaturen wordt er meer ammoniak emissie gemeten en het afdraaien van de mestband heeft een direct effect op het verlagen van de ammoniakemissie. De metingen laten dit in alle stallen zien. De gemiddelde emissie per stal is bepaald en zijn flinke verschillen te zien tussen de stallen. De pluimveehouders ontvangen in de komende maanden een  individueel rapport met de resultaten over de eerste meetperiode.

Managementmaatregelen; Kijk breder emissie alleen

Na de presentatie nam Kees het stokje over en vroeg de pluimveehouders mee te denken over maatregelen om emissies te reduceren. Welke knop draai je aan? De concentraties ammoniak zijn al laag in verhouding tot bijv. de varkenshouderij dus afwijking op lage concentraties komen harder aan.

In zijn presentatie heeft Kees een lange lijst van management maatregelen opgenomen en ze verdeeld in vijf categorieën:

  • Voer:
    • Voor lager eiwit gehalte in voer van de leghennen is een effect van ongeveer 10% per 10g/kg verlaging bekend. Effecten van additieven in het voer zijn nog onvoldoende bekend. Kees nodigde de pluimveehouders uit ook na te denken over voerhoeveelheid, tijdstip en manier van voeren.
  • Hygiëne:
    • Bekend is dat elke 12u mest afdraaien ongeveer 25-30% reductie geeft. Aanvullend kun je ook nog denken aan mestband drogen en reinigen.
    • Aandacht wordt gevraagd voor het strooisel management (type strooisel, en vochtplekken herkennen, strooisel droog en luchtig houden), omdat dit ook een belangrijke bron is van de emissie in de stal.
  • Stalklimaat
    • Ventilatie instellingen optimaliseren, verlagen luchtsnelheid stal, nevelkoeling stal (debiet op warme dagen omlaag). Het is niet bekend wat de effecten zijn op emissie. Aandacht wordt gevraagd om ook eens na te denken om rekening te houden met verschillende functiegebieden in de stal en daar je klimaatregeling op af te stemmen.
  • Mestkelder:
    • Verschillende additieven zijn bekend en op de markt voor toepassing op strooisel of mest. Pottenproeven om dit te testen worden in januari opgestart.
  • Overig:
    • Langere leegstandperiode. Wat is de emissie tijdens leegstand? Op moment van schoonmaken is een piek te verwachten. Verwachting is wel dat het daarna nul is of bijna nul, vanwege geen of minimum ventilatie.
    • Niet leggende dieren uitselecteren heeft potentie, maar is praktisch niet uitvoerbaar. In de varkenshouderij gebeurt dit wel door een deel van de varkens eerder af te leveren.
    • Stallen met kippen die naar buiten gaan hebben een ander dagpatroon en zie je de emissie afnemen. Een groot deel van de kippen zit dan eigenlijk ook nog binnen.
 

De pluimveehouders werden in groepen verdeeld om de maatregelen te bespreken, wat zijn de voordelen/nadelen en welke risico’s zou het mee kunnen brengen? De komende tijd maken de pluimveehouders een afweging met welke management maatregel(en) ze aan de slag willen. Anne-Jo en haar collega ondersteunen hierin door binnenkort weer een bedrijfsbezoek uit te voeren en de data te bespreken. Voor de management maatregelen is vanuit het project een budget beschikbaar als financiële ondersteuning. Volgend jaar krijgen de pluimveehouders ook toegang tot het dashboard waar ze hun eigen gegevens kunnen inzien. Na deze toelichting bedankte 
Anne-Jo iedereen voor zijn komst en inbreng. De pluimveehouders vonden het waardevol om in deze setting de resultaten met elkaar te delen en kijken uit naar het vervolg.

Tekst: Yvette van Wichen

Blijf op de hoogte

Asset 7 Meer nieuwsberichten

Pilot Circulair Veevoer voor geiten – deel 1

‘Graag tgc die plakt, want geiten zijn supersorteerders’ Kun je in geitenvoer een eiwitrijke component vervangen door tarwegistconcentraat (tgc)? Zo ja, heeft zo’n rantsoenswijziging invloed