Regionaal meetnetwerk

Meten van luchtkwaliteit in de Foodvalley regio

Regio Foodvalley krijgt een fijnmazig meetnet voor ammoniak, fijnstof en stikstofdioxide. Wetenschappers van de Universiteit Utrecht maken hiermee de luchtkwaliteit in de regio Foodvalley inzichtelijk. Ook gaan ze hiermee het effect van de veehouderij op de lokale luchtkwaliteit onderzoeken.  Met de data uit het meetnetwerk kunnen de modellen worden verbeterd en de luchtkwaliteit en het effect van veehouderijen beter worden ingeschat. Het onderzoek maakt deel uit van het thema Toekomstbestendige Landbouw (Boer aan het Roer) binnen de Regio Deal Foodvalley.

In de Regio Deal Foodvalley werken kennisinstellingen, overheden en ondernemers samen aan de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem. In de Proeftuin experimenteren we de komende jaren met innovatieve technieken om de landbouw te verduurzamen. Om mogelijke effecten van deze verduurzaming op de lokale luchtkwaliteit in beeld te brengen wordt een fijnmazig meetnetwerk opgezet. Tot nu toe gebruikt men voornamelijk modellen om de hoeveelheid vervuilende stoffen in te schatten. De bedoeling is dat er met dit meetnet daadwerkelijke emissies worden gemeten.

Wat wordt er gemeten?

Er wordt een meetnet opgezet om inzicht krijgen in veehouderij gerelateerde luchtverontreiniging (ammoniak, fijnstof) op leefniveau (omgevingsnetwerk) en een netwerk voor het monitoren van effecten van circulair voerconcepten en emissie reducerende maatregelen op luchtkwaliteit (bij pilots in de proeftuin). Dit netwerk heeft een aantal vaste locaties en een mobiel deel dat rond specifieke veehouderijen tijdelijk kan worden ingezet. Met continue en periodieke metingen zal het fijnmazige netwerk zowel ruimtelijke als temporele variatie in kaart brengen. Om de belasting van natuurgebieden door ammoniak in kaart te brengen worden ook
depositiemetingen beoogd. Het omgevingsmeetnet bestaat uit drie onderdelen die stapsgewijs komende periode worden uitgerold; 

  • Fijnmazig blootstellingsnetwerk in de gehele regio

In totaal worden 70 sensoren geplaatst in leefgebied (dorpen en steden), in natuurgebied en rond veehouderijen. Het complete meetnetwerk start aanvankelijk
met conventionele ammoniakmetingen. Hiermee wordt de gemiddelde ammoniakconcentratie over een periode van 4 weken gemeten. Na ontwikkeling en afronding van testprogramma’s zullen ammoniaksensoren gaandeweg de conventionele metingen in de leefgebieden gaan vervangen. Deze sensoren zullen een aantal keer per uur de ammoniakconcentratie meten, deze gegevens worden direct doorgestuurd. Hierdoor zal er continue inzicht zijn in de huidige ammoniakconcentratie. Fijnstof wordt vanaf de start van het meetnet met moderne low-cost sensoren gemeten. Op termijn komen de meetgegevens ook publiek beschikbaar via een dashboard. 

  • Drie supersites met hoogwaardige referentie apparatuur

Op 3 supersites worden ammoniak- en fijnstofconcentraties in de lucht met hoogwaardige referentieapparatuur volgens de hoogste standaarden nauwkeurig gemeten. Het Landelijk Meetnet Luchtverontreiniging (LML)-station Wekerom dient als één van de supersites en is door het RIVM reeds uitgerust met verschillende algemeen geaccepteerde referentiemethoden. Daarnaast worden twee supersites opgezet met dezelfde inrichting in nauw afstemming met het RIVM. Op deze supersites kunnen ammoniaksensoren worden getest. Momenteel worden deze tests al uitgevoerd op luchtmeetstation Vredepeel in Limburg, waar hoogwaardige referentieapparatuur van het RIVM beschikbaar is.

  • Mobiel netwerk voor lokale bronnen

De effecten van pilots binnen de thema’s circulair veevoer en emissiereducerende maatregelen, bedrijfscycli en bedrijfswerkzaamheden op de concentratie van fijnstof en ammoniak rondom veehouderijen worden gemonitord in de Proeftuin. Op meerdere punten in de directe omgeving van veehouderijen die meedoen aan pilots willen we tijdelijk sensoren plaatsen om de concentraties te meten. De veehouderijlocaties worden gespecificeerd aan de hand van diercategorieën, staltypen en interventiemethoden. De keuze van locaties zal nauw afgestemd worden met de WUR en de veehouders die zich hebben aangemeld, zodat wordt aangesloten bij emissieonderzoek binnen in het bedrijf in het kader van de Proeftuin. Bij opname van deze resultaten in het dashboard zullen naam, adres en locatie van proefbedrijven niet openbaar worden gemaakt. 

Waar wordt er gemeten?

In totaal worden 60 meetlocaties ingericht in leefgebieden en 10 in natuurgebieden. Locaties zijn geselecteerd op basis van gemodelleerde informatie over fijnstof en ammoniak emissies en een evenwichtige verdeling over de provincies en gemeentes in de Regio Foodvalley. inwoners worden benaderd met het verzoek of er een meetlocatie bij hen ingericht kan worden. In samenwerking met relevante terrein beherende organisaties, zoals Staatsbosbeheer en gemeente Ede, worden de locaties in de natuurgebieden geselecteerd.

Bij wie wordt er gemeten?

De wetenschappers betrekken veehouders en inwoners van de deelnemende gemeenten bij het onderzoeksproject. Mensen die benieuwd zijn naar de luchtkwaliteit in hun achtertuin én graag willen meehelpen aan een groot onderzoek, kunnen zich aanmelden bij de Universiteit Utrecht voor het fijnmazig meetnetwerk. Een sensorkastje in hun achtertuin meet vervolgens drie jaar lang de luchtkwaliteit. Over een tijd kunnen deelnemers de luchtkwaliteit in hun regio online bekijken en in de toekomst hopen de onderzoekers dat de data voor iedereen beschikbaar komt. 

Wanneer wordt er gemeten?

Het starten van de metingen is op dit moment afhankelijk van de levertijd van chips voor de sensoren. In december 2021 is gestart met het plaatsen van de 60 conventionele meetpalen bij inwoners in de achtertuin, deze zijn naar verwachting in februari 2022 allemaal geplaatst. Het plaatsen van sensoren (chips) en dus de echte start van het meetnetwerk zal waarschijnlijk in het voorjaar van 2022 plaatsvinden.

Waarom is het meetnetwerk onderdeel van de Regio Deal Foodvalley?

Met Boer aan het Roer koppelen we wetenschap en praktijk. Op veehouderijen gaan we aan de slag met innovatieve concepten om de landbouw duurzamer te maken. We werken aan het introduceren van circulair veevoer, verbeteren van de bodemvruchtbaarheid, verder terugdringen van de uitstoot van ammoniak en fijnstof, creëren van nieuwe verdienmodellen voor agrariërs én het versterken van de verbinding tussen boeren en inwoners. Vervolgens bekijken we wat het effect is van de duurzame concepten op de buitenlucht, kwaliteit van bodem en water, en gezondheid en welzijn van vee. Belangrijk is dat we niet naar één effect kijken, maar naar alle mogelijke effecten. Met die integrale aanpak willen we voorkomen dat we één probleem oplossen, maar ergens anders een probleem veroorzaken.

Wat levert het meetnetwerk op voor de veehouderij?

Het uitrollen van zo’n meetnetwerk is een enorme onderneming, maar wel met grote meerwaarde. Het meetnetwerk geeft straks een nauwkeurig beeld van de lokale luchtkwaliteit. Daarnaast geeft het inzicht in het effect van de veehouderij. Dat is waardevolle informatie voor de regio; voor inwoners, veehouders en beleidsmakers.  Door inzicht in de lokale hoeveelheid ammoniak, fijnstof en stikstofdioxide weten we straks nauwkeuriger wat het effect is van de uitstoot van veehouderijen op de lokale luchtkwaliteit en de maatregelen om uitstoot te verminderen. Het meetnetwerk geeft straks de werkelijk gemeten hoeveelheid in plaats van de schattingen waar modellen nu mee rekenen. Met die data kunnen modellen worden verbeterd en de luchtkwaliteit en het effect van veehouderijen beter worden ingeschat.

Wat is het verschil met al bestaande meetnetten?

Dit regionale meetnet heeft vanwege het fijnmazige karakter veel meerwaarde ten opzichte van de bestaande meetnetten. Bovendien meet het meetnetwerk ook in landelijk gebied, waar veehouderijen staan. Voorbeelden van bestaande meetnetten zijn het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit en het Meetnet Ammoniak Natuurgebieden.